
Juridische aspecten
Het Nieuwe Werken betekent een grote verandering in de arbeidsrelatie. Er zijn branches waar werknemers van huis uit zeer flexibel zijn en zich bijvoorbeeld nagenoeg als zzp-er gedragen. Nu de pioniersfase voorbij is sluiten ook meer traditionele organisaties aan. Daar kunnen klassieke geschillen in een nieuw jasje optreden.
Enkele voorbeelden uit het Handboek van het Nieuwe Werken (editie 3, RW Bladder) :
- De werkgever heeft een thuiswerkplek ingericht, maar moet hij ook periodiek controleren of de werknemer die ook daadwerkelijk gebruikt? Dat speelt als er bijvoorbeeld RSI optreedt.
- De werkgever verplichtte thuiswerken en de werknemer heeft daarom zijn kinderopvang verplaatst van naast kantoor naar de eigen woonplaats. Als de werkgever wil stoppen met Het Nieuwe Werken maakt de medewerker bezwaar.
- De werkgever is ontevreden over de prestaties, maar hij heeft alleen op hoofdlijnen afspraken gemaakt, gestuurd en begeleid.
- De bestaande regelgeving, afspraken en cultuur kunnen botsen met Het Nieuwe Werken. Niet alleen in de desbetreffende organisatie, maar ook bij instanties waar die mee te maken krijgt zoals arbeidsinspectie, rechtspraak en fiscus. Op termijn zal dat wel worden opgelost, maar voorlopig is voorzichtigheid geboden.
- Naast goede afspraken met medezeggenschap en vakbonden hoor je bijvoorbeeld ook dat Het Nieuwe Werken voor een begrensde periode wordt afgesproken, zodat de werkgever dit zonder grote schokken kan beëindigen. Ook dat medewerkers een aanvullend arbeidscontract voor bepaalde duur krijgen boven het bestaande contract. Dat regelt dan specifiek zaken als rechten en verplichtingen rond thuiswerken enz..
- De kern van dit probleem is dat de werkgever voor de wet verantwoordelijk is voor de aansturing en controle, maar dat hij daar nu vrijwillig een deel van opgeeft. Dat is juridisch dus voorlopig vooral zijn risico.
Is HNW een recht?
Het nieuwe Werken is niet te beschouwen als een recht van de medewerker. Aan de andere kant is het ook geen plicht die de werkgever kan opleggen. Het is niet mogelijk van iemand te eisen dat hij zijn werk verricht vanuit zijn eigen huis en daarmee de scheiding tussen werk en privé gedeeltelijk opheft. In alle gevallen gebeurt telewerken op vrijwillige basis, zowel van de kant van de gemeente als van de kant van de ambtenaar. Dit laat onverlet dat het uiteindelijke besluit of iemand al dan niet mag telewerken een eenzijdig besluit is, omdat de eenzijdigheid van de arbeidsverhouding in de gemeentelijke sector dat met zich meebrengt.
Terug naar overzicht